Op 18 januari 2024 lanceerden OVAM & KIS de eerste oproep voor projectvoorstellen Innovatieve Saneringstechnieken (CIST-2024-I)
Na doorlopen van de evaluatieprocedure met externen experten en de werkgroep CIST, werden 7 projectvoorstellen naar voor geschoven voor financiering. Het betreft de volgende projecten die ten laatste eind december 2024 zullen starten:
CIST-24-I-02
CIST-24-I-03
CIST-24-I-04
CIST-24-I-05
CIST-24-I-07
CIST-24-I-10
CIST-24-I-11
Meer informatie omtrent de inhoud van de projecten, en op termijn ook de bekomen resultaten, zal via de KIS-website beschikbaar gemaakt worden.
Zowel grote bedrijven als KMO’s, onderzoeksinstellingen, universiteiten en overheden kunnen partners zijn in consortia bij KIS vzw.
Ja, grote bedrijven komen in aanmerking voor co-financiering van hun activiteiten bij KIS vzw. Het is echter belangrijk op te merken dat de de-minimis regelgeving in acht moet worden genomen.
Vanaf 1 januari 2024 is er inderdaad een nieuwe regelgeving in voege. Zo werd bijvoorbeeld de dremplewaarde van het steunbedrag dat ondernemingen per 3 jaar kunnen ontvangen opgetrokken van 200.000 euro tot 300.000 euro. Meer informatie.
De oproep sluit niet uit dat organisaties deel kunnen uitmaken van verschillende consortia. Voor bedrijven dient de de-minimis regelgeving gerespecteerd te blijven.
Op consortiumniveau kan het co-financieringspercentage maximaal 75% van de subsidiabele kosten bedragen. Het financieringspercentage van individuele partners binnen een consortium kan variëren (zowel hoger als lager dan 75%) en moet worden overeengekomen door de consortiumpartners. Hierbij dient rekening te worden gehouden met een maximale co-financiering van 200.000 euro per partner en 450.000 euro per project. Het is essentieel dat consortiumpartners gezamenlijk overeenstemming bereiken over deze financieringsregeling om een succesvolle implementatie van het project te waarborgen.
Het streven is om in juli 2024 de consortia te informeren of hun projectvoorstel al dan niet in aanmerking komt voor financiering. Nadien dienen contracten opgemaakt en goedgekeurd te worden alvorens de projecten van start kunnen gaan.
Voor goedgekeurde projecten kunnen vanaf de start (wat ten vroegste 1 september 2024 is) onkosten worden ingebracht.
Partners die geen exploitatiezetel hebben in Vlaanderen kunnen deelnemen als partner in een projectvoorstel, op voorwaarde dat ze een motivatie verstrekken waarom de specifieke expertise niet beschikbaar is in Vlaanderen. Het is echter belangrijk op te merken dat deze externe partners geen financiële vergoeding kunnen ontvangen.
Middenveldsorganisaties die een duidelijke rol hebben in de kern van het project, kunnen als partner deelnemen aan projectvoorstellen. Dit geldt op dezelfde wijze als voor andere organisaties. Voor goedgekeurde projecten dienen alle gesubsidieerde projectpartners lid to worden van de KIS vzw gedurende ten minste de looptijd van het project.
Een alternatief is om deel uit te maken van de adviesgroep van een project, zodat de voortgang van het project mee kan worden opgevolgd en besproken.
De beoordelingscommissie bestaat uit een panel van Nederlandstalige experten uit de 3 pillaren (overheid, bedrijven, kennisinstellingen). De leden van de commissie zullen allen gevraagd worden een geheimhoudingsovereenkomst te tekenen en eventuele belangenvermenging vooraf te melden.
De afrekening gebeurt op basis van een kostenstaat die door elke partner dient opgemaakt te worden vertrekkende van een template. Om dubbele financiering te vermijden, kunnen enkel kosten ingebracht worden die op het project geboekt werden. Personeelskosten worden berekend per medewerker op basis van het aantal gepresteerde uren vermenigvuldigd met het reële uurloon. Indien het gaat om personen die niet in loonverband werken, kunnen uitzonderlijk ook basistarieven gebruikt worden. Voor andere kosten en afschrijvingen dienen de betreffende facturen/bewijzen mee bezorgd te worden. Wat indirecte kosten betreft, kan maximaal een kost ingebracht worden ten bedrage van 20% van de loonkosten.
Conform de richtlijnen in de informatiebrochure dienen projectvoorstellen te worden opgesteld in de Nederlandse taal
Onder jaarlijkse loonkost wordt verstaan (I) het loon zoals vermeld onder vak 9 van de fiscale fiche 281.20 en (II) de sociale lasten. Voordelen m.b.t. groepsverzekering/aanvullend pensioen, huisvestingskosten, auto,…worden niet aanvaard als personeelskost vermits deze aftrekbaar zijn in de vennootschapsbelasting. Enkel en alleen als deze voordelen belast worden als voordeel alle aard (en aldus vermeld op fiche 281.20) zijn deze aanvaardbaar als personeelskost.
Blijf steeds op de hoogte en schrijf je in om onze nieuwsberichten te ontvangen.